Vrouwen kunnen door vleesbomen heel wisselende klachten hebben. De meesten hebben zelfs helemaal geen klachten. Dit hangt onder andere af van de plaats en omvang van de vleesboom.
Plaats van de vleesboom
De plaats is van belang als een vleesboom een ander orgaan in de weg zit. Drukt het bijvoorbeeld op de blaas, dan kan het zorgen dat een vrouw veel moet plassen. Als het op de endeldarm drukt, kan het pijn bij geslachtsgemeenschap veroorzaken. Een grote vleesboom kan rugklachten of buikpijn veroorzaken.
Soort vleesboom
Ook het soort vleesboom bepaalt de mate waarin verschijnselen optreden. Zo hoeven subsereuse myomen (die vlak onder het slijmvlies aan de buitenkant van de baarmoeder groeien) helemaal geen klachten te geven. Submuceuze myomen daarentegen (die onder het slijmvlies aan de binnenkant van de baarmoeder groeien) veroorzaken eerder klachten. Ze kunnen al bij een gering formaat bloedverlies veroorzaken. Intramurale myomen (die in spierwand van de baarmoeder groeien) zorgen voor hevig bloedverlies.
Een vleesboom die naar de buitenkant van de baarmoeder groeit (een subsereus myoom) kan zo groeien dat het alleen nog maar met een steeltje aan de baarmoeder vastzit. Zo'n gesteeld myoom kan om de eigen as gaan draaien. Als deze dan niet vanzelf terugdraait, kan het weefsel afsterven doordat de bloedvaten worden afgekneld. Dit veroorzaakt een heel zware buikpijn en moet geopereerd worden. Ook andere vleesbomen kunnen pijnaanvallen veroorzaken, als ze zo groot zijn geworden dat ze de bloedvoorziening hinderen.
Zwangerschap en een vleesboom
Een vleesboom kan de normale geboorte van een kind bemoeilijken. Bij de bevalling kan een vleesboom daardoor aanleiding zijn voor een keizersnede. Vleesbomen kunnen ook de oorzaak zijn van een spontane miskraam.