Bij kinderen jonger dan één jaar kan een liesbreuk nog uit zichzelf sluiten. In alle andere gevallen gaat een liesbreuk niet vanzelf over en is er een operatie nodig om de opening weer dicht te maken. Afhankelijk van de ernst van de klachten wordt bepaald hoe snel de operatie plaatsvindt. De ingreep is tamelijk eenvoudig en vaak kun je dezelfde dag nog naar huis.
Er zijn twee manieren om een liesbreuk te behandelen, namelijk door middel van een klassieke liesbreukoperatie of door middel van een kijkoperatie
Klassieke operatie
Bij een klassieke operatie maakt de arts een sneetje in de buurt van de breuk. Vervolgens duwt de arts het uitpuilende deel van de liesbreuk terug in de buik. De zwakke plek wordt verstevigd met een kunststof matje.
Kijkoperatie (laparoscopie)
Bij een kijkoperatie maakt de arts gebruik van een ingebrachte camera. Met behulp van een monitor wordt de operatie uitgevoerd. De breukzak wordt gesloten door middel van een hechting die via de huid door de buikwand is ingebracht. Er is geen versteviging van de buikwand nodig.
Herstel na een liesbreukoperatie
Een liesbreukoperatie kent doorgaans een korte hersteltijd. Na enkele dagen kun je je dagelijkse bezigheden hervatten en na één week zou je alles weer moeten kunnen. Er worden gewoonlijk geen hersteloefeningen meegegeven. Je moet wel oppassen met bukken en zware voorwerpen tillen. Dan komt er namelijk veel druk op je buikspieren te staan.
Er is een kans dat een liesbreuk na de operatie toch weer terugkomt. Daarom is het verstandig om factoren die een liesbreuk kunnen veroorzaken zoveel mogelijk te beperken:
- Til niet te veel of te zwaar.
- Zorg voor soepele ontlasting, zodat je niet hoeft te persen tijdens het poepen.
- Blijf op gewicht.