De symptomen van een brandwond zijn anders bij een eerstegraads, oppervlakkige tweedegraads, tweedegraads of derdegraads brandwond.
Eerstegraads brandwonden
Bij eerstegraads brandwonden is de opperhuid nog niet beschadigd. De verbrande huid is:
Oppervlakkige tweedegraadsbrandwonden
Bij een oppervlakkige tweedegraads brandwond is de opperhuid beschadigd en ontstaat er blaarvorming. De huid is:
- Rood/ roze glanzend
- Vochtig
- Pijnlijk
- Soepel aanvoelend
- Bedekt met intacte blaren
Diepe tweedegraads brandwonden
Bij een diepe tweedegraads brandwond is naast de opperhuid ook de lederhuid aangetast. De lederhuid is de huid direct onder de opperhuid. Bij een diepe tweedegraads verbranding is een duidelijke wond zichtbaar. Deze wond is:
- Roodachtig/wit met een mat, niet egaal oppervlak
- Vochtig of juist droog
- Heel pijnlijk
- Stug aanvoelend
- Bedekt met met vocht gevulde blaren
Derdegraads brandwonden
Een derdegraads brandwond is de meest ernstige verbranding. De huid is beschadigd tot aan het vetweefsel. Omdat de zenuwuiteinden ook aangetast zijn, doet de wond geen pijn of de wond doet veel minder pijn dan de grote van de wond doet vermoeden. De wond is:
- Wit en/of zwart (bij verkoling)
- Droog
- Stug/leerachtig aanvoelend
Als je huid nog erger verbrandt, "verkoolt" deze helemaal. Dan ontstaan er grote zwarte plekken en dit wordt ook wel eens vierdegraadsverbranding genoemd.
De ernst van de brandwond hangt dus af van hoe diep de huid verbrand is. Daarnaast is het van belang hoe groot de wond is. Als een groot huidoppervlak verbrand is kun je uitdrogen.
Inwendige verbrandingen
Inwendige brandwonden ontstaan door het inademen van hete lucht of stoom. Door de lucht die je inademt worden je luchtwegen aangetast.
Chemische brandwonden
Chemische brandwonden ontstaan door contact met bepaalde chemische stoffen. Chemische brandwonden kun je zowel uitwendig als inwendig hebben. Als je bijvoorbeeld chloor drinkt, dan kan dat brandwonden aan het maag-darmkanaal veroorzaken.
Brandblaar
Een brandblaar ontstaat vaak bij een tweedegraads brandwond. Je krijgt een brandblaar doordat de lederhuid beschadigd raakt door hitte. Als de opperhuid vervolgens intact blijft, hoopt het wondvocht zich op onder de opperhuid. Hierdoor ontstaat een blaasje dat zich vult met wondvocht.